Er is de laatste tijd heel wat te doen rond CEO's in familiebedrijven. Onlangs was er de exit van top-CEO Ignace Van Doorselaere bij de lingeriegroep Van de Velde. En Erik Gerits is gestopt als gedeputeerde om CEO te worden van 'familieclub' KRC Genk, in opvolging van Patrick Janssens. Een niet-familiale CEO in een familiaal bedrijf, het is niet altijd een makkelijk huwelijk.
Topvrouw en Limburgse Marleen Vaesen werd onlangs na vijf jaar bedankt als grote CEO bij de Greenyard groep na intrede van de kinderen van Hein Deprez in de bedrijvengroep. Het blijft dus in de familie. Van Chief Executive Officer tot Chief Exit Officer zeg maar.
Wat maakt een CEO nu succesvol? In familiebedrijven (ook KRC Genk noemt men een familieclub) hebben we als expertisecentrum voor familiebedrijven reeds in het verleden uitgebreid onderzoek gedaan. Een niet-familiale CEO moet vooral in de schaduw leren staan van de familiale eigenaar en de bestuurders. De meest succesvolle CEO heeft een nederige persoonlijkheid, een 'humble' leader zeg maar (nederige leider). Dit maakt dat deze CEO's het succes toeschrijven aan hun team en medewerkers en niet aan zichzelf. Geen narcistische trekjes, maar teamplayers die het niet nalaten de volledige ploeg te betrekken in de vele succesjes. Onderzoek leert bovendien dat de niet-familiale CEO na 7 jaar in een kritisch moment komt. Zijn risico-appetijt wordt immers even groot als de ondernemer/eigenaar. Dit is vaak een kantelmoment waar het vertrouwen fundamenteel wordt. En hier is dan een goede raad van bestuur, liefst met onafhankelijke bestuurders, zeer fundamenteel en op zijn plaats. Een actieve en professionele raad van bestuur kan een zeer goede controle- en servicerol spelen voor de (niet-familiale) CEO, opdat hij niet te autonoom en eigengereid zou optreden en bijgevolg buiten de lijntjes kleurt. Maar ook voor de CEO kan een dergelijke raad van bestuur ook vaak een buffer zijn tussen hem/haar en de eigenaar of allergrootste baas. Het zorgt voor geobjectiveerde beslissingen ontdaan van alle emoties.
En tot slot: hoe zorgen voor vertrouwen tussen de eigenaar(s) en de (niet-familiale) CEO? Hier komt ons snuffelmodel op de proppen. Al snuffelend moeten eigenaar en CEO evolueren van een wederzijds beredeneerd vertrouwen naar een authentiek wederzijds vertrouwen. Alleen dan kan er waarde gecreëerd worden. Alleen wantrouwen zal steeds om de hoek blijven kijken. Goede afspraken maken dan goede vrienden, iedereen moet zijn rol spelen en vooral zijn bevoegdheden kennen en bevestigd zien dooe een goede raad van bestuur. Het snuffelen moet dus leiden tot knuffelen en vooral niet knuppelen.
Ons advies aan Erik Gerits en Peter Croonen: eerst wat snuffelen aan elkaar en dan wat knuffelen en het komt wel goed met het authentiek wederzijds vertrouwen.
