VKW Limburg volgde aandachtig het actualiteitsdebat eerder deze week over de ‘ontwrichte zones’-steunregeling. Met tevredenheid zien we dat dit dossier de nodige aandacht krijgt in de bevoegde parlementaire commissie. Diverse provinciegenoten vonden elkaar over de partijgrenzen heen om samen dit dossier op de agenda te brengen. Eind april 2021 loopt de erkenning voor Limburg als ontwrichte zone af. Concreet betekent dit dat investerende bedrijven binnen de provincie vanaf dan geen aanspraak meer kunnen maken op de 25% korting op bedrijfsvoorheffing voor nieuwe aanwervingen. Dit voordeel leverde de afgelopen jaren voor Limburg meer dan 5000 nieuwe jobs op.
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: “Onze provincie kende in 2014 de dramatische sluiting van Ford in Genk. Naar aanleiding van het massale verlies van banen binnen een beperkt gebied, kregen Limburg en de Kempen het statuut van ontwrichte zone. Deze erkenning gaf onze ondernemers een voordeel van 25% korting op de bedrijfsvoorheffing gedurende twee jaar voor nieuwe aanwerving die het gevolg is van investeringen. De maatregel stimuleert dus in belangrijke mate de jobcreatie in onze provincie. Deze erkenning loopt echter in de eerste helft van 2021 af. In het regeerakkoord staat dat de verlenging van het systeem van de ontwrichte zones zal worden bestudeerd. De urgentie om de erkenning te verlengen is hoog en hiervoor kijken we naar het federale niveau om op korte termijn actie te ondernemen. ”
Eerder drong ook de provincie aan om de erkenning te verlengen. De deputatie heeft aan de bevoegde minister en de premier een officieel schrijven toegezonden waarin wordt gevraagd om de verlenging van de erkenning als ontwrichte zone toe te passen. Zo kunnen bedrijven in Limburg voortwerken aan de economische groei en blijven investeren.
In een reactie in de parlementaire commissie eerder deze week zegt vicepremier en minister van financiën Vincent Van Peteghem te kijken naar de gewesten om opnieuw de oefening te maken in het kader van erkenningen als ontwrichte zone. De gewesten kunnen echter enkel aan het federale niveau voorstellen om een nieuwe zone als steunzone te laten erkennen. Dit zou betekenen dat we in Limburg eerst een grootschalige cluster collectieve ontslagen moeten afwachten, alvorens vanuit het Vlaams niveau de erkenningsprocedure kan worden aangevat.
Johan Schildermans, manager belangenverdediging en kennis: “Het aantal nieuwe arbeidsplaatsen dat dankzij de maatregelen is gecreëerd wordt volgens officiële cijfers van minister Van Peteghem geschat op 5 342. Dit hadden er zelfs nog heel wat meer kunnen zijn. Want zeker in de eerste jaren was steunmaatregel nog in een experimentele fase en werd de regelgeving meermaals aangepast om ze te vereenvoudigen en op diverse hiaten weg te werken. Eigenlijk staat het systeem pas sinds september 2018 dusdanig op punt dat het optimaal kan renderen voor het stimuleren van jobcreatie door bedrijven en ondernemers. Doordat Limburg, samen met Turnhout, als eerste zone werd erkend en we dus als proefkonijn dienden om de regeling op punt te stellen, heeft de zesjarige termijn van de steunmaatregel voor minder dan de helft kunnen renderen. In de praktijk was de regeling voor onze Limburgse bedrijven slechts 32 van de 72 maanden op volle kracht. Tegen de achtergrond van een nieuwe economische crisis die we beleven, is dat meer dan voldoende verantwoording voor een verlenging.”
Maar die vergt dus wel een federaal initiatief, want dit staat los van het gewestelijke initiatiefrecht inzake een eventuele nieuwe steunzone wanneer die zich zou aandienen. VKW Limburg vraagt dan ook met aandrang aan de minister om hier concreet werk te maken en snel de nodige wettelijke aanpassingen voor een verlenging van de huidige steunzone Limburg uit te werken.
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder: “Het nut en de economische urgentie om dit dossier aan te pakken spreken voor zich. De Limburgse economie bevindt zich opnieuw op een kantelpunt. Uit eerdere bevragingen bij onze leden bleek alvast dat de Limburgse ondernemers, die onze veerkracht als provincie verpersoonlijken, investeringen uitstellen, maar niet overboord willen gooien. Om hen dat naadzakelijke duwtje in de rug te blijven geven, valt het belang van de verlenging nauwelijks te onderschatten. Toch zullen bij een verlenging ook wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen om de voordelen nog beter kenbaar te maken. Nog te weinig kmo’s en ondernemers zijn op de hoogte van de gunstmaatregelen waar ze aanspraak op kunnen maken.”