Het organiseren van een algemene staking op 29 maart door ABVV en ACV is het toppunt van wereldvreemdheid. Het land proberen lam te leggen met een nationale staking op het moment dat onze economie probeert te herstellen van de zwaarste naoorlogse economische crisis. Il faut le faire. Een regelrechte slag in het gezicht van alle bedrijven én hun medewerkers die er al een jaar álles aan doen om deze ongeziene crisis door te komen.
De economie kromp vorig jaar met 6% en uit alle enquêtes blijkt dat in alle sectoren de omzet lager ligt dan voor de coronacrisis. De vrees dat vroeg of laat een faillissementenstorm losbarst die zelfs gezonde bedrijven kan meesleuren omdat hun klanten niet betalen blijft reëel. De gezondheid van veel ondernemingen is wankel: een derde van de bedrijven zit in de problemen.
Is dat een context om een stakingsdag te organiseren die onze economie opnieuw vele miljoenen dreigt te kosten en de voorzichtig begonnen relance stokken in de wielen zal steken?
En opnieuw wordt enkel gesproken over de zogezegde 0,4% loonverhoging. De voor ons land unieke automatische indexaanpassing, toch 2,8% over 2 jaar, wordt ‘gemakkelijkheidshalve’ nauwelijks vermeld. Het gaat dus wel degelijk over 3,2 % loonsverhoging. Het is cruciaal om ons te houden aan de loonnorm om onze concurrentiekracht niet verder te laten ontsporen.
De vakbonden lijken wel te vergeten dat er een crisis is. De onzekerheid is groot en ongekend. De lonen vandaag onverantwoord verhogen is het ontslag van morgen mee organiseren. Bovendien heeft België door ons woelige sociale klimaat op het hoofdkantoor van vele internationale spelers al geen al te goed imago. We hoeven er toch geen tekening bij te maken dat stakingen tijdens een ongeziene coronacrisis dat beeld alleen maar zal versterken.
Als men écht inzit met het welzijn en de werkgelegenheid van de werknemers ziet men best af van deze dwaze staking.