Het Expertisecentrum Familiebedrijven van VKW Limburg deed in samenwerking met Guberna, het bekende instituut voor de bestuurder, en de UHasselt een onderzoek naar het functioneren van externen in de raden van bestuur of advies in Limburgse familiebedrijven (inclusief bedrijven met meerdere niet-familiaal verbonden vennoten).
De resultaten van dit onderzoek werden op dinsdagavond 12 juni voorgesteld op het eerste ‘Event van de Externe Bestuurder’ als input voor een boeiend panelgesprek over de rol van de externe bestuurder in het (familie)bedrijf. Die avond tekenen VKW Limburg en Guberna bovendien een samenwerkingsakkoord.
Het vragenlijst voor dit onderzoek werd verstuurd aan een representatief staal van 400 Limburgse familiebedrijven, leden van VKW Limburg, en mocht rekenen op een responsgraad van 20%.
Conclusies
- ?Net iets meer dan de helft van de onderzochte bedrijven stelt een actieve raad van bestuur (RvB) te hebben. Voor de andere helft is dit eerder een pro forma of ‘papieren’ RvB. 2 op 3 bedrijven met actieve RvB heeft externe bestuurders aan boord.
- 1 op 4 bedrijven met ‘pro forma’ RvB heeft een Raad van Advies (RvA) met externen. Maar slechts 1 op 4 heeft intentie om die RvA straks om te gaan vormen tot een RvB.
- Van alle familiebedrijven heeft iets meer dan de helft vandaag reeds externen aan boord in RvB of RvA.
- Van de bedrijven met een pro forma raad van bestuur stelt bijna een kwart (23%) de raad van bestuur op korte termijn te willen activeren met externe bestuurders. Dat maakt dat in totaal 2 op 3 Limburgse familiebedrijven externen in het bestuur van het bedrijf betrekt óf wil gaan betrekken.
- Keuze van externe bestuurders (of leden RvA) gebeurt slechts bij 47% volgens duidelijk vastgelegde afspraken. Ook over de duurtijd van het mandaat heeft slechts 42% vooraf duidelijke afspraken. Wel kiest 80% heel gericht op basis van competentie en niet zomaar uit het eigen gekende netwerk.
Klik hier voor het volledige onderzoek.